Klaus Kenneth werd in 1945 geboren in Tsjechoslowakije. Zijn kinderjaren werden gekenmerkt door mishandeling en verlating, wat leidde tot een sterke afkeer van het christendom. Als jongere leefde hij een rebels en anarchistisch leven vol criminaliteit en drugs, en reisde hij de wereld rond op zoek naar waarheid in oosterse religies en later in het occultisme, zonder voldoening te vinden.

Na een levensbedreigende ervaring in Zuid-Amerika keerde hij in 1981, op 36-jarige leeftijd, terug naar Europa. Hij voltooide zijn studies en werd leraar. Een beslissende wending in zijn leven was de ontmoeting met Vader Sophronios in 1983, die hem geestelijk begeleidde. In 1986 liet Kenneth zich orthodox dopen en wijdde zijn leven aan het verspreiden van het christelijk geloof.

Hij vertaalde belangrijke religieuze werken naar het Duits, deelde zijn levensverhaal wereldwijd via conferenties en media, en stichtte in 2000 stichtingen om weeskinderen in Kenia en Servië te helpen. Ook na zijn pensionering als docent in 2005 bleef hij onvermoeibaar zijn geloof verkondigen.